
3.
‘Peggy?’.. ‘Peg? Waar zit je?’ Om de hoek van het kantoortje in de winkel, stak een vrouw haar hoofd. Haar blonde haren zaten in een wilde knot op haar hoofd gebonden. Haar neus was spits en wipte eigenwijs omhoog. Ze had een open gezicht en in haar hand had ze een zak van de gebroeders Vol & Koren.
‘Daar zit je!’ Lucy Nelson keek Peggy met een grote grijns aan. ‘Ik heb lekkers bij me.' Ze legde de zak waar verse broodjes in zaten op de kantoortafel waar Peggy bezig was.
‘Hé Luus - wat lekker, daar was ik echt even aan toe,’ antwoordde Peggy hongerig. Lucy liep zo nu en dan in haar pauze langs bakkerij Vol & Koren. Daar haalden ze dan een zak heerlijke knapperige broodjes. Lucy wist dat Peggy nooit tijd vrijmaakte om even normaal te eten, dus probeerde zij maar goed voor haar oude vriendin te zorgen. De dames konden elkaar al van school. Toen de sorteerhoed hen beide bij afdeling Ravenklauw plaatsten werden ze vriendinnen. Die vriendschap is nooit overgegaan.
‘Blijf je niet?’ vroeg Peggy verbaasd toen ze Lucy alweer aanstalten zag maken om weg te gaan. ‘Nee sorry Peg, ik moet nog zoveel doen vandaag - ik heb een deadline die ik echt moet halen,’ antwoordde Lucy zuchtend. ‘Ik zie je snel oké?’ In een drafje liep Lucy de winkel weer uit.
Peggy hoorde de bel van de winkeldeur gaan en schudde lachend haar hoofd. ‘Chaoot,’ zei ze hardop.
Ze wilde net een hap nemen toen de deurbel weer ging. Snel legde ze haar broodje neer en liep naar de ingang van de winkel.
Een klein tenger meisje stond in de deuropening. ‘Goedemorgen!’ reageerde Peggy enthousiast. ‘Kan ik je ergens mee helpen?’
‘Dat hoop ik,’ reageerde het meisje wat zacht en verlegen. Ze had een zwarte jas aan met een capuchon over haar hoofd. Haar zwarte haar viel deels voor haar mooie egale witte gezicht. Het meisje keek naar beneden, maar Peggy kon zien dat ze heldere groene ogen had. Wat een prachtige combinatie was met haar zwarte haar.
‘Ik ben opzoek naar een toverstok,’ antwoordde het meisje. ‘Nou, dan ben je aan het juiste adres lieverd,’ zei Peggy met een glimlach - hopend dat het meisje wat losser kwam.
‘Laten we eens kijken wat prettig voelt bij je, goed?’ zei Peggy. Ze liep naar de kast aan de zijkant van de winkel en pakte daar een langwerpige doos uit. ‘vijfentwintig komma vijf centimeter lang, acaciahout met eenhoornhaar’. ‘Probeer het maar,’ zei Peggy ‘Zwiep maar heen en weer - en kijk even hoe het voelt.' Het meisje pakte de toverstok aan en maakte er een sierlijke beweging mee. Er gebeurde niks. ‘Oké, dat geeft niet, we hebben er nog genoeg,’ zei Peggy gerustellend. ‘Probeer anders deze.' Peggy gaf haar een dertig centimeter lange stok van wilg met het haar van een terzieler als kern. Weer gebeurde er niks.
‘Hmm.. ‘ Peggy dacht na. Ze keek het meisje aan. Ze zag wat herkenbaars in haar, maar kon het niet plaatsen. ‘Ik heb je nooit eerder gezien - kom je uit de buurt?’ vroeg Peggy nieuwsgierig. Het meisje keek haar met vragende ogen aan. ‘Euh..’ haperde ze ‘Ik ben net hierheen verhuisd. Vandaag is mijn eerste schooldag, daar heb ik een toverstok voor nodig.' Toen ze in de gaten kreeg dat Peggy haar stond te bestuderen legde ze plotseling de toverstok snel terug. ‘Ik ga maar eens - het heeft toch geen zin,’ klonk het wat onzeker. ‘Nee kind, waarom? - niet zo snel,’ reageerde Peggy wat verbaasd.
‘Ik heb kasten vol stokken - één momentje alsjeblieft’ Peggy liep de trap op naar de volgende etage en kwam al snel weer beneden met een stoffige doos. ‘We gaan deze proberen.’
Uit de doos kwam een wat kromme stok, of zoals ze dat noemen bij een toverstok “onbuigzaam”. zevenentwintig komma drie centimeter lang, gemaakt van walnoot met een kern van drakenhart bloed. Peggy wilde het gewoon zeker weten. Terwijl ze de stok uit de doos pakte ging er een koude rilling door haar heen. ‘Probeer maar,’ moedigde ze het meisje aan.
Het meisje pakte de toverstok over van Peggy en maakte er een zwaai mee. Vonkjes vlogen van de stok af en het meisje kreeg voor het eerst sinds ze binnen kwam een glimlach op haar gezicht. ‘Is het gelukt? - Is het deze?’ vroeg het meisje licht wat opgewonden. ‘De toverstok kiest, lieverd’ antwoordde Peggy. ‘Of heb je liever dat ik je van Detta noem?’ zei Peggy wat voorzichtig. Het meisje rechtte haar rug en keek Peggy strak aan. Haar groene ogen waren groot en vurig, maar achter die harde blik zag Peggy een glimp van opluchting. ‘Hoe weet u dat?!’ vroeg het meisje dwingend. ‘Door de toverstok lieverd- de stok kiest - Deze stok heeft jaren geleden ook zijn tovenaar gekozen,' zei Peggy. ‘Hij verloor zijn eigenaar in de strijd en heeft daarna jarenlang bij een ander in de kelder gelegen totdat zij hem bij mij terug bracht. Deze toverstok heeft vreselijke dingen gedaan door in de verkeerde handen terecht te komen - Als jij werkelijk bent wie ik denk dat je bent - hoop ik dat hij nu goed terecht komt.' Peggy keek het meisje veelbelovend aan. De houding van het meisje veranderde. Haar schouders zakte wat naar beneden en haar harde gezicht veranderde weer terug naar een ontspannen lach. ‘Ik ben Belle,’ zei het meisje. ‘Belle van Detta, mijn vader is Rabastan van Detta,' zei ze. Peggy knikte ‘Ik had al zo’n vermoeden. De toverstok die jij in je handen hebt was van je tante - Bellatrix van Detta’.' Peggy wees naar de kromme stok in Belle haar handen. ’Dan wil ik hem niet!’ reageerde Belle boos en gaf de toverstok met een vaart weer terug aan Peggy. ‘Waarom niet?’ vroeg Peggy nieuwsgierig. ‘Omdat die stok duister is, net zoals mijn familie was - ik ben zo niet,’ zei Belle resoluut. Peggy glimlachte naar Belle. ‘Goed zo,’ zei Peggy terwijl ze de toverstok in de doos terug deed. ‘Dan weet ik zeker dat deze stok de juiste is voor jou’ en reikte de doos uit naar Belle. ‘De toverstok luistert naar zijn eigenaar lieve meid - jij zult het duistere weer licht kunnen maken.' Belle keek zwijgend naar de toverstok in de doos. ‘Goed! - en nu naar school voordat je te laat komt.' Peggy trok de deur van de winkel open en gaf Belle bijna een zetje richting de uitgang. ‘Geloof me - ik weet hoe het is om de laat te komen op Zweinstein,’ knipoogde Peggy. Belle keek Peggy met een glimlach aan. ‘Bedankt Mevrouw Olivander - bedankt dat u me niet veroordeeld voor de daden van mijn familie.' Belle liep de Wegisweg op en Peggy keek haar na. ‘Succes meisje - je zal het nodig hebben,’ zei Peggy zacht tegen zichzelf.
- De Personages in mijn verhaal zijn fictief.
Mijn verhaal en haar spelers komen voort uit de fantasie in mijn hoofd en spelen af in het Universum van J.K. Rowling.
Pure fanfictie.
Bedankt voor het lezen lieve allemaal.
Liefs Suus
Reactie plaatsen
Reacties
Het wordt steeds spannender en interessanter, wat knap weer, vooral de namen van de personages. Doorgaan hé, geen druk hoor maar wel benieuwd verder.
Je trotse mams
Lief! Ik voel geen druk hoor haha, ik heb al 2 hoofdstukken af hierna ;).. maar ik wil wat vooruit werken voor dat ik het plaats.
Dikke kus
wat leuk weer👍
Kom maar op met de rest😂😂