
6.
Belle begreep nu helemaal waarom Liam niet naar deze les was gegaan. Wat een saaie stof! Professor Kist viel ook continue in slaap terwijl hij midden in een zin zat. Het enige wat prettig was aan deze les, was dat ze geen opdracht hoefde te doen met haar nieuwe buurvrouw Jacky. Jacky had Belle nog geen blik van waardigheid gegund en Belle vond dat op dit moment wel prima.
Ze had geen idee waarom Jacky zo deed tegen haar, maar vond dat op dit moment ook niet zo belangrijk. Ze zou altijd mensen tegenkomen die zo deden, ze moest er maar mee leren omgaan.
Jacky’s broer daarentegen was een stuk aardiger. Liam nam echt de moeite om met haar te praten en ze voelde zich op haar gemak bij hem. Ze glimlachte bij de gedachte aan z’n springende krullen en guitige gezicht. Toen ze in de Grote Zaal stond te wachten op Liam, nadat zijn zus hem had weggetrokken, was er een andere jongen tegen haar opgebotst.
Natuurlijk wist de jongen precies wie zij was en maakte daar ook een grapje over. ‘Oh sorry mevrouw van Detta, niet boos worden hoor! - ik ben niet opgewassen tegen jouw toverkunsten.’ Hij bedoelde het niet verkeerd, maar ze had zich opgelaten gevoeld en wist niet goed hoe ze hierop moest reageren. De jongen had naar haar gelachen en een hand op haar schouder gelegd, maar dat maakte de situatie alleen maar erger.
Gelukkig kon Liam haar daarna weer afleiden en hij had haar zelfs nieuwsgierig gemaakt. Leta van Detta, - waarom had ze nooit van deze naam gehoord? Haar moeder sprak liever niet over de familie van haar vaders kant - dat Belle hun naam droeg was al erg genoeg.
De gedachte van Belle werd plotseling verstoord door het gesnurk van Professor Kist. ‘Ik geloof dat de les voorbij is,’ zei een jongen die voorin de klas zat. De leerlingen grinnikten en pakten zachtjes hun tassen om de klas te verlaten.
Belle vond de les “Verzorging van Fabeldieren” van Professor Maansteen erg interessant. ‘Het viel best mee vandaag,’ dacht ze bij zichzelf. ‘Nog één les te gaan, maar eerst even pauze.’ Belle liep de binnenplaats op van de school en ging op het randje bij de fontein zitten. Belle draaide net haar beker open om wat te drinken toen ze een felle stem achter zich hoorde. ‘Wat moest jij met Rick?’ Belle draaide zich om en keek recht in het boze gezicht van Jacky. Haar bruine haren zaten nog steeds keurig in een mooie vlecht en haar bijna perfecte gezicht stond op onweer. Belle stond op en zette een stap richting Jacky. ‘Ik heb werkelijk geen idee waar je het over hebt,' zei Belle. ‘Jij weet precies waar ik het over heb!’ Jacky probeerde Belle te intimideren, maar Belle was niet onder de indruk. ‘Je mag dan wel een van Detta zijn, maar ik ben niet bang voor jou.’ Belle lachte ‘Weet je wat ik niet begrijp? - dat jij het blijkbaar vreselijk vindt dat ik hier op school zit, maar jij bent degene die mij zo belangrijk maakt hier!’
Jacky wist even niet hoe ze daarop moest reageren en Belle had dat feilloos door. ‘Zullen we elkaar gewoon lekker met rust laten?’ probeerde Belle. ‘Voordat het echt uit de hand loopt.’
Dit keer was het Jacky die lachte. ‘Met rust laten? Ik zal niet rusten voordat jij van school gestuurd bent - je kan iedereen voor de gek houden hier met je mooie groene ogen, maar mij niet! - Ik weet precies wat jij bent en ik zal aan iedereen jouw ware aard laten zien.’ Met die woorden liep Jacky met opgeheven hoofd langs Belle. Belle stond op het punt om haar toverstok te pakken, maar wist zich in te houden. ‘Ze doet haar best maar,’ zei ze tegen zichzelf.
Jacky liep richting de meisjes wc. ‘Wat een rot meid - hoezo - voordat het echt uit de hand loopt? - Wat denkt ze wel niet?’ dacht Jacky. ‘Vervelende griet!’ ze gooide de deur van de wc open en liep naar de wastafel. Jacky keek in de spiegel en streek haar bruine haren glad met het water uit de kraan. Ze wilde zich net omdraaien om weg te lopen, toen ze een geluid bij het raam boven de wastafel hoorde. Het geluid klonk als getik en ze klom nieuwsgierig op de wastafel om het beter te kunnen zien. ‘Hallo?’ riep ze naar boven. Geen gehoor - ze riep nogmaals ‘Hallo? Wie is daar?’ Jacky ging staan en deed het raam een stukje open. Niets - ze zag en hoorde niets meer. ‘Jemig, het lijkt wel een slechte film,’ zei ze hardop. Ze klom naar beneden en streek haar uniform netjes. Het raam klapte weer open en er viel een opgerold stuk papier naar binnen. ‘Wat is dat?’ Jacky pakte het papier op en haalde het touwtje wat eromheen zat eraf. Op het bruin kleurig perkament papier stond een stukje tekst met inkt zwarte letters geschreven.
“Wat jij voelt is meer dan normaal. Zij is niet te vertrouwen en jij bent de juiste persoon om dat aan het licht te brengen. Kom rond middernacht naar het Verboden Bos. Daar waar het water je brengt. Zorg dat je alleen bent!”
Jacky las de brief nog driemaal door. Klom nog een keer op de wastafel en keek uit het raam, maar zag niets of niemand.
‘Daar waar het water je brengt? - lekker cryptisch ook.’
Ze vouwde het papier dicht en stopte het diep in haar zak. Ze liep de meisjes wc uit en grijsde bij de gedachte dat ze toch best wel eens gelijk kon hebben.
De avond viel en daarmee ook de duisternis. De winkels in de Wegisweg zijn inmiddels gesloten en de winkelstraat lag er verlaten bij. Behalve in een zijstraatje van de Wegisweg.
In de Verdonkeremaansteeg stond een vrouw bij de ingang van een winkel. De kraag van haar berge jas stond rechtop omhoog en haar blonde haar zat in een paardenstaart gebonden. Ze had een pony die schuin over haar diepbruine ogen hing. Ze was een mooie verschijning om te zien. De vrouw keek ongeduldig op haar horloge. ‘Altijd hetzelfde verhaal,’ zuchtte ze.
Een wat oudere man met een bolhoed passeerde haar en tilde zijn hoed op als begroeting. Ze knikte terug.
Ze stond op het punt om te vertrekken toen ze achter in de steeg een prullenbak hoorde vallen. ‘Jemig!’ geschrokken greep ze uit reactie naar haar binnenzak. Achter de gevallen prullenbak kwam een kat tevoorschijn. De gevlekte kat miauwde en rende haar voorbij. ‘Rot beest!’ reageerde ze en haalde haar hand weer uit haar binnenzak. Ze keek de kat na en zag dat hij zich omdraaide naar haar. Het beest keek haar doordringend aan. De vrouw wilde haar hoofd afwenden, maar zag tot haar verbazing dat de kat een sprintje naar haar toe trok. Vlak voor haar neus veranderde hij in een man. ‘Serieus!?’ je vond dit wel een logische manier om geen aandacht te trekken?’ De vrouw keek de man boos aan. ‘Ik moest toch zeker weten dat je alleen was,’ antwoordde de man terug. Hij had een strakke kaaklijn en een grote iets wat spitse neus. Zijn ogen waren donker en dof en zijn bouw was slank - bijna mager zelfs. ‘Heb je het gevonden?’ vroeg hij haar. ‘Nee, ik ben ermee bezig,’ antwoordde de vrouw terug. ‘Ik begrijp niet waarom het zolang moet duren,’ zei de man terwijl hij een stap dichterbij zette en haar recht aankeek. ‘Omdat dit soort dingen tijd nodig hebben - ik kan niet zomaar binnenstappen en op zoek gaan hé?’ antwoordde ze bijdehand terug. De man trok zijn wenkbrauwen op en bracht zijn wijsvinger naar haar gezicht. ‘Luister goed wijffie - ik heb je een kans gegeven om jezelf te bewijzen - pak je deze niet, weet je wat de consequenties zijn.’ De vrouw keek hem terug aan. ‘Je kan gaan dreigen tegen me, maar zonder mij krijg jij niet wat je wilt.’ Hij was intimiderend en een kop groter dan dat zij was, maar daar was ze niet van onder de indruk. ‘Geef me een maand, dan is hij van jou - het balletje rolt - ze is al op de hoogte!’ zei de vrouw. Ze stapte opzij en liep de steeg uit. ‘Een maand krijg je, hoor je me - een maand!’ riep de man haar na. Ze stak haar hand op en vervolgde haar weg.
- De Personages in mijn verhaal zijn fictief.
Mijn verhaal en haar spelers komen voort uit de fantasie in mijn hoofd en spelen af in het Universum van J.K. Rowling.
Pure fanfictie.
Bedankt voor het lezen lieve allemaal.
Liefs Suus
Reactie plaatsen
Reacties