
8.
Na tien uur in de avond was het ten strengste verboden om van de slaapzalen te gaan. Van iedere leerling werd verwacht dat zij zich hier ook aan hielden. Natuurlijk waren er wel eens verliefde stelletjes die probeerde om elkaar nog te zien na die tijd, maar conciërge Michels hield alles strikt in de gaten. Het leek wel een déjà vu met oud conciërge Vilder, want ook Michels had een vervelende, valse kat als vriend. Het verschil met de kat van Michels - die Angus heette - en Mevrouw Norks - de oude kat van Vilder - was dat Angus dol was op allerlei soorten bonen. Jacky wist dit maar al te goed. Toen de laatste les - na haar vondst van het briefje - Kruidenkunde bleek te zijn, snaaide ze een paar magische slaap bonen mee uit de kas.
De klok stond op half twaalf en de leerlingen op de slaapzaal van Jacky waren allemaal diep in slaap. Jacky gleed uit haar bed en stapte in haar schoenen. Ze had haar kleding onder haar badjas aan en als ze iemand tegen zou komen op de gang - kon ze zeggen dat ze naar de badkamer onderweg was. Ze griste haar toverstok en een handje met slaapbonen mee uit haar nachtkastje en stopte deze in haar zak. Ze liep naar de deur - op de hal was het stil en donker - er was niemand te zien. Met grote passen stapte ze de hal door richting de trap.
Het probleem van de Ravenklauw leerlingenkamer was dat deze precies naast de kamer van Michels gelegen was. Jacky stak haar hoofd om het hoekje en zag niemand. Snel glipte ze de gang door en liep de trap af naar beneden. Het was een flink stuk door het kasteel voordat ze beneden was, maar ze haalde de eerste drie verdiepingen zonder iemand tegen te komen - op wat slapende schilderijen na dan. Bij de laatste trap stond ze abrupt stil. Voetstappen! Snel verstopte ze zich achter de grote klok die in de hoek van de trap stond. Ze hield haar adem in toen ze Michels al mopperend voorbij hoorde lopen. ‘Voorjaarsbal - voorjaarsbal.. ik heb een hekel aan al die felle kleuren en bloemen!’ Ze keek voorzichtig langs de klok en schrok toen ze Angus haar richting op zag kijken. ‘Angus, kom op slome kat!’ riep Michels de kat toe. Angus liep met zijn baas mee verder de trap op. ‘Pff, dat was net op het nippertje,’ zei Jacky zacht.
Toen ze zeker wist dat de kust veilig was, holde ze de laatste trap af naar beneden en ging naar buiten. Het was donker en koud. Er stond een gure wind en Jacky baalde dat ze haar badjas in de badkamer had opgehangen toen ze die onderweg naar beneden was gepasseerd. De badjas had ze nu graag aan gehad. Ze klopte op haar zak - waar de slaapbonen nog steeds in zaten - en was blij dat ze die nog kon gebruiken voor de terugweg.
Het verboden bos grensden aan de tuinen van Zweinstein en werd niet voor niets het “Verboden” bos genoemd. Er leefden verschillende magische wezens daar en die konden gevaarlijk zijn. Jacky keek om zich heen toen ze het bos in liep. Het was er pikdonker en ze hoorde alleen de wind suizen door de boomtoppen. Snel pakte ze haar toverstok uit haar zak. “Lumos duo!” zei ze en de toverstok straalde een fel licht uit zodat ze kon zien waar ze liep. ‘Daar waar het water je brengt,’ zei ze en luisterde naar de geluiden om zich heen. ‘Daar bedoelen ze vast de oude waterput mee,’ bedacht Jacky zich. Iets verderop hoorde ze een beekje en met haar schouders opgetrokken van de kou liep Jacky die kant op.
In de lessen van Professor Maansteen gingen ze vaak het verboden bos in. Daar leerde ze over de verzorging van magische wezens. Vlakbij de waterput hebben ze ooit les gehad over de zompelaar. Die leefde rondom moerassen en beekjes - toen ze daar stonden had Jacky een oude waterput gezien. Een zompelaar was een spichtige, eenbenige geest met een lantaarntje. 's Nachts probeerde de zompelaar eenzame reizigers in een moeras te leiden, wat dan ook hun favoriete bezigheid was. Dit deden zompelaars gewoon voor de lol, want met de lichamen deden ze niks. Jacky kreeg de rillingen bij de gedachte daaraan.
Ze wist niet of dit nou wel zo’n goed idee was - zo alleen in het verboden bos - in het donker…
Gelukkig wist ze zich nog te herinneren dat zompelaars alleen tegen hun eigen lantaarn licht konden. Ander licht deed hun in mist opgaan. Ze keek naar haar toverstok en was blij dat deze fel licht gaf. Jacky vervolgde haar weg langs de beek en na enige tijd zag ze de oude waterput opdoemen. Ze keek om zich heen, maar zag niemand anders. ‘Hallo?’ riep ze, maar het enige wat te horen was, was haar eigen echo die weer terug kwam. Jacky wachtte een paar minuten tot ze zich bedacht dat dit ook één grote grap kon zijn.
‘Liam! - ‘Natuurlijk is het Liam - die zit zich op dit moment natuurlijk te bescheuren om zijn zus die koud en alleen in het verboden bos rondloopt,’ dacht ze. Kwaad gooide ze een steen voor zich uit en maakte aanstalten om weg te lopen. ‘Krak!’ In een seconde draaide ze zich om. ‘Hallo?!’ ze scheen haar toverstok de andere kant op en zag achter een boom een gedaante opzij stappen. ‘Hallo Jacky,’ zei een zachte vrouwenstem. ‘Wat fijn dat je gekomen bent.’
Jacky kneep haar ogen tot spleetjes om beter te kunnen zien wie de gedaante was. ‘Wie ben jij - waarom heb je mij een briefje gestuurd?’ vroeg Jacky. ‘Omdat jij mij kunt helpen,’ zei de vrouw terwijl ze naar Jacky toe liep. ‘Blijf waar je bent!’ riep Jacky en ze stak haar toverstok naar haar uit. ‘Je hoeft niet bang te zijn Jacky,’ zei de vrouw.
Ze stond op nog geen meter afstand voor haar en duwde de toverstok van Jacky naar beneden. Jacky keek de vrouw met verbijstering aan. Haar blonde paardenstaart waaide opzij door de wind. De kraag van haar berge jas stond recht omhoog ze glimlachte naar Jacky. ‘Het is even schrikken, dat snap ik, maar wat ben je gegroeid - een echte dame al,’ zei de vrouw.
‘Dit kan niet?’ zei Jacky en stapte naar achteren. ‘Dit is niet echt - jij bent hier niet! Wie ben jij?’ schreeuwde ze. ‘Ik weet dat je bang bent - sorry,’ zei de vrouw. Ze stapte naar voren en was nu heel dichtbij Jacky. ‘Maar het kon niet anders! Laat het me uitleggen,’ zei ze terwijl ze Jacky dit keer vastpakte. Jacky probeerde tegen te stribbelen, maar haar emoties namen de overhand. Ze barstte in huilen uit en accepteerde de armen om haar heen. ‘Tante Emma?!’ huilde Jacky. ‘Ja lieverd, ik ben er.’ zei Emma en hield haar nichtje stevig tegen zich aan.
Een tijdje zaten tante en nicht op deze manier op de rand van de oude waterput. ‘Waarom ben je weggegaan - weet je wel hoe verdrietig wij zijn geweest?’ vroeg Jacky terwijl ze haar tranen afveegde met haar mouw. ‘Ik had geen keuze Jacky - ik kon geen contact opnemen met jullie - het was niet veilig,’ zei Emma terwijl ze een loshangende lok uit Jacky d’r gezicht weghaalde. ‘Vertel het me dan,’ zei Jacky wanhopig op zoek naar antwoorden. ‘Het verhaal is lang en de nacht is koud,’ zei Emma. ‘Ik beloof je dat ik je alles vertel, maar voor nu moet je me vertrouwen.’ Emma keek Jacky veelbelovend aan. ‘Kan je dat? - mij vertrouwen?’ vroeg Emma.
Jacky knikte. ‘Wat weet je over Belle?’ vroeg Jacky. Emma schraapte haar keel, ‘Belle is de dochter van Rabastan van Detta - hij is de man waardoor ik verdween drie jaar geleden,’ vertelde ze terwijl ze voor zich uitkeek. ‘Ik was opzoek naar informatie over de Tovenaarsoorlogen en stuitte op een artikel over de slag om Zweinstein.’ Emma keek Jacky aan en vervolgde haar verhaal. ‘Nergens was bekend wat er met Rabastan was gebeurd. Iedereen vermoedde dat hij de oorlog niet overleefd had, maar ik had mijn twijfels.’ Emma stond op en liep een stukje naar voren. Jacky keek haar tante vragend aan. ‘Ja? - en toen?’ vroeg Jacky ongeduldig. ‘Het is een lang verhaal Jacky - ik werd opgezogen door alle informatie over hem en uiteindelijk moest ik vluchten voor mijn - en jullie veiligheid.’ Emma liep weer terug naar Jacky en wreef over haar wang. ‘Sorry Jacky - ik kon niet anders,’ zei Emma. ‘Oké, maar wat moet ik met Belle?’ vroeg Jacky. ‘Rabastan is ondergedoken voor de buitenwereld. Hij is in de afgelopen jaren bezig geweest om een leger te verzamelen. Hij is en blijft een dooddoener en hij wilt dat het duister weer terug regeert - wraak voor zijn familie,’ zei Emma en keek Jacky doordringend aan. ‘Hij heeft Belle naar school gestuurd om de Vindicta te vinden,’ zei Emma ernstig. ‘De Vindicta?’ Jacky keek haar tante geschokt aan. ‘De toverstok van wraak en vergelding?!’ vroeg Jacky. ‘Dat klopt - Perkamentus heeft deze zeer waarschijnlijk verstopt en Rabastan verwacht dat ze ergens op Zweinstein ligt. Hij heeft de stok nodig om krachtiger te worden,’ zei Emma. ‘Jacky, luister goed naar me - Ik weet inmiddels dat de Vindicta niet op Zweinstein ligt.’ Emma sprak zacht, maar duidelijk. ‘Niet?’ zei Jacky verrast. ‘Nee, hij ligt in de winkel van je moeder,’ zei Emma en keek om zich heen of ze niet werd afgeluisterd.
‘Bij mama?’ Jacky haar ogen werden groot en ze schudde haar hoofd. ‘Dat kan niet, mama zou dat weten,’ zei Jacky. ‘Hij ligt op de verborgen plank Jacky - Je moeder is de enige die weet waar die ligt,’ zei Emma met een ernstig gezicht. ‘We moeten zorgen dat de Vindicta vernietigd wordt, voordat Belle erachter komt en deze bij haar vader brengt.’ Emma keek nogmaals om haar heen. Haar nekharen gingen overeind en ze kreeg het gevoel dat ze niet meer alleen waren. ‘We moeten gaan.’ Emma trok Jacky mee dieper het bos in.
‘Wat wil je dat ik doe?’ vroeg Jacky iets wat ongerust. ‘Je moet de Vindicta voor me halen Jacky - ik kan dat niet doen, dat zou teveel opvallen. Rabastan en zijn volgelingen houden mij in de gaten,’ zei Emma. ‘Oké, hoe wil je dat ik dat ga doen? Mama heeft alles door - mag ik haar wel vertellen over jou?’ vroeg Jacky. ‘NEE!’ Emma reageerde feller dan ze bedoelde en ze zag dat Jacky daarvan schrok. ‘Sorry, dat kan echt niet - dan breng ik jullie in gevaar.’ Emma keek haar nichtje met een schuldgevoel aan. ‘Jij moet dit voor me doen oké? - ik vertrouw jou het meest van iedereen Jacky! Jij verzint wel wat - je bent er één van Ravenklauw.’ Emma glimlachte en gaf een klein duwtje tegen Jacky haar kin. ‘Oké, ik doe het - wanneer spreken we weer af?’ vroeg Jacky. ‘Op het voorjaarsbal - zorg dat je de Vindicta hebt op het voorjaarsbal! We spreken af bij de eikenboom voorbij de poort van de binnenplaats om tien uur 's avonds - Ik zorg voor de rest,’ zei Emma. ‘Goed - en wat moet ik in de tussentijd met die Belle doen?’ vroeg Jacky terwijl ze een zuur gezicht trok bij het noemen van haar naam. ‘Hou haar in de gaten - ze is niet te vertrouwen!’
Jacky en Emma omhelsden elkaar stevig. Emma gaf Jacky een kus op haar voorhoofd. ‘Doe je voorzichtig?’ vroeg Emma terwijl ze Jacky nog eens stevig tegen zich aandrukte. ‘Natuurlijk!’ zei Jacky en bevrijdde zich uit de stevige omhelzing van haar tante. ‘Ik moet snel gaan, voordat ze me missen op school,’ zei ze terwijl ze van Emma wegliep. ‘O, en tante Emma... ‘ Jacky keek Emma met een grote glimlach aan. ‘Ik heb je gemist!’
- De Personages in mijn verhaal zijn fictief.
Mijn verhaal en haar spelers komen voort uit de fantasie in mijn hoofd en spelen af in het Universum van J.K. Rowling.
Pure fanfictie.
Bedankt voor het lezen lieve allemaal.
Liefs Suus
Reactie plaatsen
Reacties
Spannend weer en ik ben heel nieuwsgierig hoe het verder gaat.
Je trotse mams